Rechtbank Noord-Holland veroordeelt DGEC tot verwijderen zonnepanelen vanwege vliegveiligheidsrisico’s
Inhoudsindicatie
De Rechtbank Noord-Holland heeft op 16 juli 2025 in een kort geding beslist dat De Groene Energie Corridor B.V. (DGEC) onrechtmatig handelt door een zonnepark nabij Schiphol in stand te houden dat ernstige schitteringen veroorzaakt, waardoor de vliegveiligheid in gevaar komt. De rechtbank veroordeelde DGEC tot het verwijderen van de zonnepanelen op velden A en B, met dwangsommen tot €25 miljoen bij niet-naleving.
Overwegingen van de Rechtbank
- Onrechtmatigheid en maatschappelijke zorgvuldigheid
- DGEC handelde conform een omgevingsvergunning, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet vrijwaart van civielrechtelijke aansprakelijkheid. Het zonnepark veroorzaakt “yellow glare” (tijdelijke verblinding) tijdens kritieke landingsfasen, wat een ernstig veiligheidsrisico vormt.
- Uit meldingen van piloten en onderzoeken van onder meer NLR en ISMS bleek dat de schitteringen leiden tot afleiding, visuele beperkingen en verhoogde werkdruk, wat de kans op ongevallen significant verhoogt.
- Proportionaliteit van de maatregelen
- De rechtbank wees het verwijderen van alle panelen af, maar beval wel de verwijdering van velden A en B (78.492 van de 228.696 panelen) aan, omdat deze verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de hinderlijke schitteringen.
- Veld C bleef buiten de veroordeling vanwege beperkte risico’s, en veld D veroorzaakte geen “yellow glare”.
- Termijnen en dwangsommen
- DGEC moet de panelen met oriëntatie, 042° verwijderen vóór 1 september 2025 en die met 222° vóór 15 oktober 2025.
- Bij niet-naleving volgt een dwangsom van € 1 miljoen ineens, gevolgd door € 50.000 per dag (maximaal € 25 miljoen).
- Afwijzing machtiging en uitvoerbaarheid
- De vordering van Schiphol om zelf de panelen te mogen verwijderen, werd afgewezen. De dwangsom werd voldoende geacht als prikkel.
- Het verzoek van DGEC om de uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, werd verworpen vanwege het zwaarwegende belang van vliegveiligheid.
Beslissing
De rechtbank:
- Veroordeelde DGEC tot verwijdering van de panelen op velden A en B vóór de gestelde deadlines.
- Legde dwangsommen op bij niet-naleving.
- Wees de vordering tot machtiging af.
- Verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Juridisch belang van deze rechtszaak
De uitspraak benadrukt:
- Het primaat van veiligheid boven economische belangen, zelfs bij vergunde projecten.
- De beperkte bescherming die een omgevingsvergunning biedt tegen civielrechtelijke aansprakelijkheid bij gevaarzetting.
- De noodzaak van proactieve risico-afweging door initiatiefnemers, vooral bij projecten nabij kritieke infrastructuur.
Conclusie
De zaak illustreert de spanning tussen energietransitie en veiligheid, en toont aan dat rechters bereid zijn vergunde activiteiten te beperken als deze onaanvaardbare risico’s opleveren. DGEC kan nog in hoger beroep gaan, maar de urgentie van vliegveiligheid woog zwaar in deze voorlopige beslissing.
Bron: ECLI:NL:RBNHO:2025:7998, Rechtbank Noord-Holland, 16 juli 2025.
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2025:7998